Echo's van de Nakba
Het etnisch zuiveren in de gebieden C van de West Bank is in volle gang
"Onjuist en lasterlijk," zo noemde de Israelische regering vorige week een uitspraak van de Belgische Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Caroline Gennez, dat in de bezette Palestijnse gebieden, de situatie "onhoudbaar" wordt en dat dit gebied daarom een van de aandachtspunten voor Belgische ontwikkelingshulp moet worden. "Er worden hele dorpen van de kaart geveegd door de Israëli's." De laatste zinsnede was aanleiding voor het ontbieden van de Belgische ambassadeur in Tel Aviv bij het Israelische Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Wat zijn de feiten? De verslagen van OCHA, een afdeling van de VN die in Palestina werkzaam is, geciteerd door journalisten van +972, een digitale Israelische krant, geven een concreet beeld van de situatie ten oosten van Ramallah en noord-westen van Jericho op de Westoever.
In mei 2019 ontmantelden de tweehonderd inwoners van Ein Samia hun eigen huizen en vluchtten weg. In juli 2022 volgde de 100 leden tellende gemeenschap van Ras a-Tin dit voorbeeld. Begin augustus werden de 88 inwoners van het nabijgelegen Al-Qaboun gedwongen hun huizen te verlaten. Dit fenomeen begint zich op het moment te verspreiden naar andere Palestijnse gemeenschappen in aangrenzende gebieden. Volgens gegevens verzameld door OCHA en de Israëlische mensenrechtenorganisatie B'Tselem zijn onlangs 35 inwoners van het nabijgelegen dorp Wadi a-Seeq hun spullen afgepakt en zijn ze gevlucht.
In het dorp al-Baqa'a vluchtten 43 inwoners - het merendeel van de gemeenschap - in juli weg na de oprichting van een nieuwe kolonistenpost en een brandstichting in een huis in het dorp. Hetzelfde gebeurde in de zuidelijke heuvels van Hebron waar de inwoners van het gehucht Bir al-Idd vlakbij een Israelische outpost gelegen, hun landerijen moesten verlaten.
Een paar dagen geleden stond er een gedetailleerd artikel in Haaretz van een Israelische vredesactivist, die twee jaar lang ter plekke de situatie bekeek in de "gebieden C" - de meer dan 60% van de bezette Westoever die onder directe Israelische militaire en civiele controle staan. Hij zette de gebruikte mechanismen om de gemeenschappen te verjagen op een rij.
De Israelische kolonisten, vaak van zgn. outposts die zelfs in Israel als illegaal te boek staan, weiden hun schapen in de betreffende Palestijnse dorpen tussen de huizen of in de velden zodat de Palestijnse schaapherders steeds minder grond overhouden om hun schapen te weiden, en daarom voer voor hun dieren moeten kopen.
Nadat de kolonisten-schaapherders een paar maanden dagelijks met hun kudde in de velden van de belendende dorpen zijn geweest, worden de velden daar tot een woestenij. Ook de gewassen die door de Palestijnen waren verbouwd, zoals gerst, worden opgegeten. Een deel van de kaalgevreten velden wordt door de kolonisten opnieuw geploegd, maar nu voor hun eigen gewassen.
Een van de 'vrijetijdsbestedingen' van de kolonisten is om de schapen van de Palestijnse herders te verjagen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door met een wagen op schapen ruw in te rijden of met een drone luide alarmsignalen af te geven die de schapen verjagen. Soms bepalen de kolonisten eigenhandig dat een bepaald gebied simpelweg niet meer toegankelijk is voor de Palestijnse herders. Weggetjes die leiden naar de dorpen worden met steenhopen geblokkeerd.
Wanneer het Israelische leger wordt ingeroepen, bv. door vredesactivisten, wordt allereerst gevraagd naar de bezitsdocumenten van de grondeigenaars, die meestal niet ter plekke zijn. In het algemeen steunt het leger de kolonisten, al helemaal onder de huidige uiterst rechtse Israelische regering. De activisten-kolonisten zijn in feite de stoottroepen van de Minister van Politie Ben Gvir en de Minister van Financiën Smotrich.
De kolonisten hebben ook de controle overgenomen van de schaarse waterputten en -bronnen, zodat de Palestijnse herders nu ineens water moeten kopen. De economische crisis maakt dat ze soms geen keus hebben dan een deel van hun kudde te verkopen.
Geweld en vergaande pesterijen en vandalisme door de kolonisten doen de rest. Wanneer men zich verzet, worden groepen jongeren door de kolonisten ter versterking opgeroepen. Die zijn gewapend met stokken of zelfs vuurwapens. IDs en autosleutels worden gestolen of kapot gemaakt, mensen worden in elkaar geslagen. In enkele gevallen zijn mensen de afgelopen jaren bij invallen door kolonisten in Palestijnse dorpen en steden gedood.
In de afgelopen maanden kwamen bijna elke shabbat kolonisten van de outpost Malakhei Hashalom ("Engelen van de Vrede") om de bevolking van het gehucht Al-Qaboun te terroriseren. Ze braken huizen binnen met geweren, soms in uniform, om "huiszoekingen" te doen. Gedurende een nacht cirkelde een drone met "luchtalarm" boven de huizen van het dorp; op een ander moment werden de karkassen van schapen voor de dorpsschool gegooid. Mobieltjes werden gestolen wanneer men er iemand van verdacht de invallen te filmen.
Op weer een andere plaats werden vergiftigde worstjes verspreid tussen de huizen, vijf honden lagen de volgende ochtend dood op straat. Iemand slaagde erin een kleuter te weerhouden van de worstjes te eten. Wanneer een dorp zich verdedigt, wordt bv. een huis in brand gestoken, of een paar auto's.
Kortom: het geleidelijk etnisch zuiveren van de gebieden C is in volle gang.
https://www.972mag.com/area-c-ethnic-cleansing-settler-violence/
Toine van Teeffelen
Bethlehem
04-09-23